Van piramide naar mensentuin: een natuurlijkere manier van bedrijfsvoering
MT/Sprout publiceerde het artikel ‘De natuurlijke organisatie’ over de vraag waarom zoveel organisaties nog altijd kampen met hoog ziekteverzuim, personeelsverloop en moeilijk vervulbare vacatures? Volgens evolutionair psychologen Mark van Vugt en Max Wildschut komt dat omdat we mensen proberen te laten functioneren in een kunstmatige, hiërarchische organisatie – alsof ze opgesloten zitten in een ouderwetse dierentuin.
In hun boek De natuurlijke organisatie pleiten zij voor een radicale omslag: van het klassieke piramidemodel naar een ‘mensentuin’, waar samenwerking, autonomie en gelijkwaardigheid centraal staan. Geen strak gecontroleerde teams met vaste lijnen, maar een meer ecologische manier van werken waarin de leider zich opstelt als tuinman of tuinvrouw. Niet iemand die bouwt, maar iemand die ruimte schept voor groei.
Wat zijn de handvatten om het anders aan te pakken?
Het ‘oude’ systeem van top-down, veel controle, focus op prestaties en individuele beloning staat volgens de auteurs haaks op wat mensen écht nodig hebben. Zij baseren zich op vijf evolutionaire basisbehoeften:
- Connectie: mensen willen zich verbonden voelen met anderen; flexwerken of automatisering kunnen dit verstoren
- Rechtvaardigheid: als werk als oneerlijk wordt ervaren, daalt de motivatie
- Meesterschap: kennisontwikkeling wordt vaak onderschat, terwijl het cruciaal is voor groei
- Autonomie: wie te veel gestuurd wordt, haakt af
- Status: leiderschap werkt beter als het gebaseerd is op expertise, niet op macht
Deze factoren bepalen volgens Van Vugt en Wildschut of mensen floreren of juist uitvallen. Organisaties die deze belangen serieus nemen, creëren een gezondere werkcultuur.
Ook in de schoonmaakbranche is samenwerking cruciaal. Tegelijkertijd werken teams vaak onder hoge druk, met (duidelijke) hiërarchie en soms met weinig ruimte voor eigen inbreng. De inzichten uit De natuurlijke organisatie bieden aanknopingspunten om te kijken hoe je teams meer autonomie, rechtvaardigheid en verbinding kunt bieden, zonder de structuur helemaal los te laten.
Een goede leidinggevende wordt daarbij dus geen ‘baas’, maar een begeleider van groei. Of zoals de auteurs zeggen: de leider als tuinman. Niet sturen op macht, maar zorgen voor een vruchtbare bodem waarin mensen willen en kunnen samenwerken.
Lees het volledige artikel hier op MT/Sprout.