Benchmark Facilitaire Innovatie: slimme technologie nodig voor beter facilitair beheer
Nederlandse organisaties investeren de komende jaren in hospitality, slimme technologie en data-analyse voor een betere facilitaire dienstverlening en het bieden van een aantrekkelijke werkomgeving. Wel zijn er nog flinke stappen te zetten. Dit blijkt uit de Nationale Benchmark Facilitaire Innovatie 2019 van schoonmaakbedrijf CSU. Het onderzoek toont aan dat facilitaire dienstverlening – zoals schoonmaak, catering, technisch beheer & onderhoud en groenvoorziening – ook een belangrijke bijdrage levert aan verduurzaming, circulariteit en het vinden en behouden van talentvolle medewerkers.
“Als CSU willen we organisaties ondersteunen bij het verder professionaliseren en optimaliseren van facility management. Met dit nationale benchmarkonderzoek maken we inzichtelijk hoe Nederlandse organisaties nieuwe technologieën inzetten en nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan om facility management verder te verbeteren”, zegt Esmée Ficheroux, lid raad van bestuur van CSU. “We zien dat gastbeleving en hospitality een steeds belangrijkere plaats innemen binnen organisaties en dat facility management een cruciale rol vervult bij verduurzaming, circulariteit en medewerkerstevredenheid.”
Innoveren op ketensamenwerking
Aan het onderzoek deden 145 facilitair verantwoordelijken mee. Ruim 80% van hen geeft aan actief bezig te zijn met het vernieuwen van facility management, zowel technologisch (high tech) als op menselijk vlak (high touch). Opvallende resultaten zijn:
53% van de ondervraagden denkt de grootste vernieuwingen te kunnen realiseren op het gebied van hospitality.
40% ziet kansen in het optimaliseren van de ketensamenwerking, waarbij verschillende facilitaire dienstverleners samen optrekken.
Daarin zien ze ook het meest ideale facilitaire model. 75% innoveert in duurzaamheid, 20% al rondom circulariteit.
Goudmijn aan facilitaire data
Organisaties zien dat data-analyse en nieuwe technologieën slimme toepassingen in facility management een enorme boost kunnen geven. Toch erkent een groot deel van de ondervraagden dat daarin nog veel stappen te zetten zijn binnen hun organisatie. Zo zien ondervraagden veel kansen in de inzet van onder meer Internet Of Things-toepassingen, smart sensors (voor onder meer sensor based cleaning) en robotica om facilitaire dienstverlening te optimaliseren. Momenteel onderzoekt 40% deze nieuwe technologieën. Men wil meer grip op de data-output en -analyse, die hiermee gemoeid is.
Concrete toepassingen zijn bijvoorbeeld het inzichtelijk maken van de bezettingsgraad van bepaalde ruimten en daarmee gebouwbeheer en -inrichting, schoonmaakbehoefte of het meten van de temperatuur, luchtvochtigheid, CO2 en licht- en geluidintensiteit. 53% geeft aan dat data wel aanwezig is, maar de organisatie de waarde hiervan nog moet gaan inzien en verbanden moet leren leggen. Met als belangrijkste doel het verbeteren van de werkomgeving, optimaliseren van de dienstverlening en het beter voorspellen van de klantvraag.
Duurzaamheid & integratie
Ook op het vlak van verduurzaming zien de ondervraagden nog veel kansen. Op circulariteit en duurzaamheid is volgens 41% van de organisaties nog winst te behalen. Ditzelfde percentage ondervraagden benoemt de noodzaak van een verdergaande integratie van facilitair management met diensten als HR, ICT en inkoop.
“Het is goed om te zien dat er zo’n sterke vernieuwingsdrang is. Facilitair management is ook een interessant wapen in de ‘war for talent’. Met een geïntegreerde benadering van FM, HR en ICT wordt een interessante, innovatieve en toekomstbestendige werkomgeving gecreëerd”, aldus Esmée Ficheroux. “Daarnaast is het voor ons erg waardevol dat facilitair verantwoordelijken geloven in de kracht van nieuwe technologie en ketensamenwerking. Met initiatieven als BeSense – een innovatief sensorensysteem dat we samen met Heijmans hebben ontwikkeld – en FM Coalitie – ons model om ketenpartners in facility management optimaal te laten samenwerken – leveren we ook vanuit CSU onze bijdrage aan het verder ontwikkelen van onze branche.”