Albert Vegter (Alpheios): “Ook schoonmakers zijn waardevol in levens redden”
“Alles begint bij hygiëne.” Een statement die staat als een huis, juist in deze tijd van corona en in deze Week van Zorg & Welzijn. Wordt het dan nu meer dan ooit duidelijk dat hygiëne en schoonmaak een belangrijke schakel vormen in de veiligheid van patiënten, bezoekers en medewerkers? “We denken bij besmettingen en kwetsbare locaties al snel aan een ziekenhuis, maar ook in kantoorpanden, gymzalen, supermarkt of foodproductiebedrijven kan het coronavirus voorkomen. We krijgen veel vragen, de meeste van schoonmaakbedrijven van buiten de zorg. In de zorg werkt men immers al jaren volgens protocollen. Daar worden de zorgmedewerkers als redders van levens gezien, en terecht. Maar vergeet ook de schoonmaker hierin niet. Samen een sterk team.”
Aan het woord is Albert Vegter, sinds 13 jaar bij Alpheios in dienst en inmiddels het aanspreekpunt rondom infectiepreventie voor Vebego, de holding waarvan Alpheios een dochtermaatschappij is. “We worden momenteel overspoeld met vragen. Niet alleen vragen over het leveren van desinfectiemiddelen en handalcoholgel, maar ook over adviezen over schoonmaak, desinfectie, protocollen en werkinstructies voor de schoonmakers.”
De nieuwe realiteit
“We gaan niet meer voorkomen dat het coronavirus er is, het is de nieuwe realiteit. Maar vergeet niet, we kennen ook de Mexicaanse griep, SARS, Ebola en het Norovirus. Dus een epidemie als corona is niets nieuws onder de zon. We hebben eigenlijk te maken met een griepepidemie, waarbij nu veel mensen door de ziekte worden geraakt.”
“In de keten van infectiepreventie onderscheiden we bij Alpheios preventie, inperking en bestrijding als drie verschillende fasen. Mensen denken nu vaak in extremen; desinfecteren en ‘maanpakken’. Dat gebeurt inderdaad op die plekken waar dat nodig is, daar waar de bestrijdingsfase noodzakelijk is. Maar op de meeste plaatsen in Nederland zitten we met zijn allen nog in de inperkingsfase.
Patiënt, bezoeker, bewoner, medewerker en schoonmaker: iedereen moet zich veilig voelen
Albert vervolgt: “Het is onze taak om ervoor te zorgen dat het virus bij die ene persoon of in die ene ruimte blijft. Daarover moet je goed afspraken maken (protocollen) en moet je goed opgeleid zijn. Als het virus zich voordoet, gaat het over de inperkingsfase. Je moet daaromheen ‘een cirkel’ bouwen. De bestrijdingsfase is de laatste fase. Als er ergens een patiënt of collega met het coronavirus is geconstateerd, zorg je dat er niet meer patiënten en collega’s ziek worden.”
Sinds jaar en dag verzorgt Alpheios trainingen over infectiepreventie. “In onze trainingen werken we met checklists, we doen praktijksimulaties. We zetten bijvoorbeeld in op het vierogenprincipe: een patiëntenkamer met twee schoonmakers binnengaan; de ene voert uit, de ander kijkt mee of alles volgens het protocol wordt uitgevoerd en of er niets vergeten wordt. De patiënt, maar ook de bezoeker of pandbewoner op een kantoor, moet zich veilig voelen.”
Angst
Albert deelt zijn ervaringen: “Vanuit Alpheios spreken we veel met schoonmaakteams en medewerkers. Dit gaat vaak over angst en frustratie. ‘Waarom mag iedereen het pand verlaten en thuis werken, en waarom moet ik dan wel naar binnen?’. ‘Jij zegt dat het hier veilig is, dan hoef je de mensen die hier normaal werken toch niet thuis te laten blijven?’ Veel van de angst rondom corona komt voort uit onwetendheid en onzekerheid: wat is corona precies, hoe kan ik het krijgen? Het mooie van ons werk is om deze schoonmaakhelden te begeleiden en er samen voor te zorgen dat ze zich zeker en veilig voelen achter hun FFP2-masker.”
Ook schoonmakers hebben hun zorgen. Zij willen na een dag werken ook thuis weer veilig en fijn met hun gezin rond de tafel kunnen zitten.
“Het is van belang dat er vooraf een inschatting wordt gemaakt op basis van risico. Daarop worden protocollen geschreven en werkinstructies gemaakt met de juiste beschermingsmiddelen, om zeker te weten dat we de schoonmakers goed beschermd en vol vertrouwen naar binnen en aan de slag kunnen. Dat kost tijd, zeker als het om schoonmakers gaat, die niet standaard worden ingezet voor dit soort situaties. Je moet dus goed nadenken over je organisatie en de keten van infectiepreventie. Aan de voorkant moet het in orde zijn, met protocollen en materialen. Kijk naar de mens achter de schoonmaker. Dat is ook een mantelzorger of moeder van jonge kinderen. Wat kun je als werkgever doen?”
Ik kan nergens meer desinfectiemiddel en handalcoholgel krijgen, wat nu?
Is het dé vraag van dit moment? Ongetwijfeld. Albert: “Iedereen is elkaar gek aan het maken, hierdoor dreigt een tekort aan desinfectiemiddel in Nederland. Maar wist je dat een goede professionele reiniging al 99,9% van de aanwezige vervuiling, micro-organismen en virussen verwijdert? Dit is een zogenoemde log 3-reductie. Desinfectie is maar een kleine stap naar 99,999% reductie, oftewel log 5. Dat betekent concreet dat schoonmaken met (disposable) microvezel en je handen wassen met gewone zeep prima zijn in deze periode. Desinfectie is pas van belang in de inperkingsfase, bij protocolgebonden schoonmaak of wanneer er lichaamseigen vloeistoffen schoongemaakt moeten worden. Als we dat met z’n allen beseffen en doen, dan voorkomen we de druk op desinfectiemiddelen en blijven deze beschikbaar voor het moment dat ze echt nodig zijn.”
Vragen stellen? Mail [email protected]
Leestip:
Over de waardevolle rol van schoonmakers spraken we eerder met Mariska Arts, adviesspecialist bij Alpheios: “We zijn met de schoonmaakmedewerkers gaan praten en hebben bewustzijn gecreëerd: je doet meer dan alleen een ruimte schoonmaken, je kunt er misschien aan bijdragen dat de patiënt een dag eerder naar huis kan.”