Trashmob FNV schoonmakers voor loon en gelijkwaardigheid
Op dinsdag 13 november om 10.00 uur voeren ongeveer 50 schoonmakers in Utrecht nabij de Uithof actie voor een cao met respect. Ze strijden al 10 jaar voor respect en een betere toekomst, maar ze zijn er nog niet.
5% erbij
Schoonmakers willen genoeg verdienen om hun gezin van te kunnen onderhouden. Daarom eisen ze een loonsverhoging van 5%. Kyriakos Dimitriou, schoonmaker uit Utrecht: “Elke maand heb ik weer stress of ik mijn rekeningen wel kan betalen. De kosten voor huur, elektra en boodschappen stijgen alleen maar, terwijl ons inkomen achterblijft. De voedselbank is nooit ver weg.”
Dinsdag voeren Utrechtse schoonmakers daarom actie op De Uithof. Ze vragen studenten en omstanders om hun steun te betuigingen. Ze houden een ‘trashmob’ in het pand van de Hogeschool Utrecht aan de Padualaan om daarmee aandacht te vragen voor hun hoge werkdruk en de mogelijkheid om gezond naar hun pensioen te mogen werken.
Solidariteit halen en brengen
Maar schoonmakers komen niet alleen solidariteit vragen, ze komen het ook brengen. Tijdens de actie verklaren schoonmakers steun aan studenten en personeel in het hoger onderwijs. Zij willen meer financiële zekerheid voor jonge mensen en een eerlijker speelveld voor iedereen in Nederland. Want de race naar beneden treft jong en oud en kent vele gedaanten, maar heeft één gedeelde pijler: een grote meerderheid is de dupe, terwijl slechts een kleine groep profiteert.
Cao met respect
Eind oktober startten de onderhandelingen voor de nieuwe cao voor 150.000 schoonmakers. Speerpunten van de schoonmakers zijn 5% meer loon, een regeling voor oudere schoonmakers om korter te werken en meer verlof, waaronder een vrije dag op 1 mei, de Dag van Arbeid. Daarnaast willen ze gelijke rechten en sneller een vaste baan voor uitzendkrachten. “Respect heeft vele vormen”, zegt Khadija Tahiri, president van FNV Schoonmaak. “De werkgevers moeten schoonmakers en onze cao serieus nemen. We willen een normale behandeling bij ziekte en dat ongewenst gedrag als discriminatie en intimidatie wordt aangepakt. Dit komt jammer genoeg nog op veel plekken voor. Respect moet ook blijken uit werkbare contracten met opdrachtgevers en in de aanbestedingen.”