De productiviteit van de Nederlanders daalt. Wat betekent dat?
De productiviteit van Nederlandse werkenden is het afgelopen decennium nauwelijks meer gegroeid. Vorig jaar was er zelfs sprake van krimp, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hoe kan dat? Wat betekent dat? De Volkskrant en het CBS lichten toe.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is de groei van de arbeidsproductiviteit afgelopen decennium gestagneerd. In 2023 kromp deze zelfs met 1,3 procent. Dat is, zoals de Volkskrant in haar artikel beschrijft, de op een na grootste daling van de arbeidsproductiviteit in de afgelopen halve eeuw. Alleen in 2009 was die met 2,2 procent groter als gevolg van de kredietcrisis. Nu ligt volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen een belangrijke verklaring bij het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen waardoor de productiviteit in die bedrijfstak met 16 procent afnam. Maar ook bij de overheid en in de zorg nam de arbeidsproductiviteit met 0,2 procent af. Andere sectoren groeiden in het afgelopen decennium nog wel, maar minimaal ten opzichte van de periode daarvoor. Groeide de arbeidsproductiviteit tussen 1974 en 2013 nog met zo’n 1,5 procent per jaar, het jaarlijkse groeipercentage ligt na 2013 op een gemiddelde van slecchts 0,4 procent.
Wet van remmende voorsprong
Nederlanders zitten niet stil, maar hebben volgens Van Mulligen last van ‘de wet van remmende voorsprong’: “Productiviteitswinst kan worden behaald door arbeidsbesparende technologieën. Veel van die innovaties, zoals de toepassing van machines in de industrie en het vervangen van pen en papier voor pc’s, zijn al gedaan.’ Bovendien kent Nederland een steeds grotere dienstensector met mensenwerk. Taken kunnen moeilijker worden geautomatiseerd. De sectoren waar makkelijker kan worden geautomatiseerd – de industrie en landbouw – nemen juist in omvang af. Het groeiend aantal zzp’ers zou ook aandeel kunnen hebben in de tanende productiviteit.
Tabel CBS
Arbeidsproductiviteit per bedrijfstak, gemiddelde jaarlijkse verandering | ||
Onderwerp | 2014-2023* (% gemiddelde jaarlijkse verandering) | 1974-2013 (% gemiddelde jaarlijkse verandering) |
Bouwnijverheid | 2,1 | -0,4 |
Industrie | 2 | 3,4 |
Informatie en communicatie | 1,5 | 2,4 |
Zakelijke dienstverlening | 1,4 | 0,5 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 1,2 | 5 |
Handel, vervoer en horeca | 1 | 2,2 |
Financiële dienstverlening | 0,6 | 2,4 |
Cultuur, recreatie, overige diensten | 0,6 | -0,6 |
Verhuur en handel van onroerend goed | 0,5 | 1,1 |
Energievoorziening, waterbedrijven en afvalbeheer | 0 | 1,5 |
Overheid en zorg | -0,2 | 0,7 |
Delfstoffenwinning | -15,8 | 0,7 |
* voorlopige cijfers |
Wat betekent deze daling?
Van Mulligen hoopt, zoals de Volkskrant dit beschrijft, dat de stagnatie kan worden omgebogen. ‘Meer doen met minder mensen is de enige manier om nog economische groei te realiseren nu er niet meer arbeidskrachten beschikbaar zijn, en die economische groei is nodig om de stijgende zorgkosten te betalen.’
Dat betekent efficienter werken. Door de arbeidskrapte en stijgende lonen ‘moeten’ werkgevers nu wel investeren in onderzoek en arbeidsbesparende technologieën.’ Volgens recent onderzoek van McKinsey een kans, want robots en computers zouden 1,1 miljoen banen kunnen ‘vervullen’.
Klik hier voor het volledige artikel in de Volkskrant
Of lees meer van het CBS: Arbeidsproductiviteit neemt steeds minder toe in afgelopen 50 jaar