Videosessie over vakopleiden in het nieuwe normaal: houden we vast of durven we los te laten?
PerfectPlan, Studie Plan Nederland en Zuiver Schoonmaakopleidingen: drie vakopleiders – samen goed voor een kwart eeuw opleidingen in het brede spectrum van schoonmaak – zagen dit voorjaar opeens hun klaslokalen leeg. Door de coronalockdown moest de klasdeur dicht. Dat verrast, want juist in een periode van garantie voor hygiëne voor opdrachtgevers in relatie tot besmettingsangst onder pandbewoners of bezoekers, was (bij)scholing en training cruciaal. En desinfecteren was ‘hot topic’. Voor slechts enkele opleiders zette de RAS begin april de deuren voor e-learning weer open. Ondertussen zijn we aan het einde van zomer, zijn vandaag alle scholen weer begonnen en vragen we Claudia Cornelissen, Frank van Dijk en Simone van Heck: back to school, back to normal?
Om de laatste vraag direct te beantwoorden: “Nee”. De maatschappij, onze wereld, ons leven is anders, maar de basisopleiding Schoonmaak verandert niet. “We leren om professioneel en dus om goed schoon te maken. En dat blijft zo. Dat opdrachtgevers om een garantie voor hygiëne vragen en schoonmaakbedrijven informeren naar desinfecteren, wanneer, hoe en waarom, is logisch. We hoeven dat niet eens toe te voegen aan de basisopleiding; hygiënisch schoonmaken is een standaardonderdeel van de opleiding.”
Niveauverschil bottleneck voor e-learning
RAS stimuleerde in april al schoonmaakopleiding via e-learning, biedt dat uitkomst in de 1,5-metersamenleving en het nieuwe normaal met nog steeds zo veel mogelijk thuis blijven? Het mogelijk grote niveauverschil tussen de mensen blijkt een bottleneck: “Sommigen hebben wel een laptop, maar raken al in paniek als ze moeten inloggen voor een online-training”.
Door de verschillende levels binnen groepen, zijn de vakopleiders alle voorstanders van trainen in de praktijk: “Schoonmaak is een doe-beroep. Natuurlijk spelen we met een instructiefilm over corona op de huidige situatie in, maar we houden onze opleidingen zoveel mogelijk hetzelfde. Ja, het verschil met pre-corona is natuurlijk wel dat je bijvoorbeeld bij de instructie van sanitairreiniging niet met z’n achten tegelijk een toiletgroep in kan. Anderzijds is het voordeel dat je met persoonlijke instructie je het beste resultaat bereikt.”
“De ruimte moet goed voelen”
In mei konden de opleiders volop aan de bak om aanpassingen per 1 juni op opleiding in het nieuwe normaal door te voeren. “De opleidingsruimte moet goed voelen. We doen alles in overleg met de opdrachtgever. Zo verzorgen we nog steeds opleidingen bij diverse schoonmaakbedrijven, maar wel in kleinere groepjes, van 4 in plaats van 8 tot 12 mensen. Dat vergt natuurlijk meer tijd van ons, meer ruimtereserveringen, meer plannen enzovoort, dus je kunt er niet omheen dat opleiden zeker in deze bijzondere tijden (tijdelijk) anders is dan gebruikelijk. Je kunt en wilt geen zaken overslaan in het opleidingstraject.”
“Opleiden is een moetje”
“Opdrachtgevers denken na over opleiden in relatie tot een ‘verzekering voor hygiëne’. Zij zien nu nog meer het belang in van opleiden, maar de RAS-eindtermen zijn maatgevend voor het behalen van een vakdiploma dat iedere schoonmaak wil en moet halen. Dat zou anders kunnen en moeten in deze tijd, waarin de sociale partners nog steeds bepalen en vasthouden aan het oude, vertrouwde. Schoonmaakbedrijven kunnen anders inkopen. Wil je dat als bedrijf, dan moet je RAS loslaten. Voor veel schoonmaakbedrijven is opleiden een ‘moetje’, maar willen ze het anders dan moeten ze hun stem laten horen. Opdrachtgevers daarentegen met eigendienstmedewerkers willen vaker echt investeren in hun personeel. We zien bijvoorbeeld ook dat een glasbewassingsbedrijf bewust heeft gekozen om in kleinere groepjes op te leiden.”
“Trainen wat echt nodig is, dat is het allerleukste”
“Je moet het met z’n allen doen. Als opleider doe je wat je kunt doen. Je zorgt voor een schone trainingsruimte, meer handschoenen, en dat soort zaken. En nee, samen koffiedrinken binnen 1,5 meter kan niet. De uitstraling van schoonmaken begint bij jezelf met schone kleding, schone handen, schone werkwagen. Je kunt geen schoon verkopen als je er niet fris uit ziet. Nee, schoonmaak is geen ‘rocket science’, maar wel een cruciaal beroep dat erkenning heeft en moet houden.” De opleiders tot slot: “Trainen wat echt nodig is, dat is het allerleukste”.