SD400 2025: koplopers blijven investeren in duurzaamheid, ondanks ‘greenhushing’
Bedrijven communiceren steeds minder openlijk over hun duurzaamheidsambities. Die ontwikkeling, ook wel greenhushing genoemd, baart UvA-hoogleraar Strategisch Management & Innovatie Henk Volberda zorgen. Volgens hem is stilte geen teken van afnemende inzet, maar vooral het gevolg van politieke en juridische onzekerheid. Tegelijkertijd laten de voorlopers in de Sustainable Development 400 (SD400) zien dat duurzaam ondernemen onverminderd doorgaat. Onder hen ook meerdere schoonmaakbedrijven.
Waar greenwashing – het mooier voordoen van duurzaamheidsclaims – lange tijd het grootste probleem was, ziet Henk Volberda nu het tegenovergestelde. Bedrijven zijn voorzichtiger geworden in hun uitingen, zeker wanneer zij banden hebben met de Verenigde Staten. Uit internationaal onderzoek blijkt dat ruim de helft van de grote ondernemingen vasthoudt aan hun ESG-strategie (environmental, social, governance), maar daar minder ruchtbaarheid aan geeft. Slechts een minderheid schaalt de ambities daadwerkelijk terug.
SD400: reputatieonderzoek naar duurzaam leiderschap
De SD400 2025 brengt voor de derde keer de koplopers van het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid in kaart. Het onderzoek, uitgevoerd door het Amsterdam Centre for Business Innovation (UvA), is gebaseerd op een peer-to-peer-beoordeling door bijna 3.800 zakelijke beslissers. Zij beoordeelden circa 1.700 organisaties op ecologische duurzaamheid, sociale impact en goed bestuur. De 400 best scorende organisaties vormen samen de SD400.
Volgens Henk Volberda is Europese wetgeving een belangrijke drijfveer achter deze kopgroep. Initiatieven als de Green Deal en de CSRD verplichten bedrijven om structureel werk te maken van duurzaamheid. Tegelijkertijd waarschuwt hij dat versoepelingen in regelgeving, zoals het uitstellen of afzwakken van rapportageplichten, de vaart uit de transitie kunnen halen. “Ik zie liever echte investeringen in verduurzaming dan rapporten van honderden pagina’s”, aldus Henk.
Schoonmaak- en facilitaire sector zichtbaar vertegenwoordigd
Ook binnen de schoonmaak- en facilitaire dienstverlening zijn duidelijke voorlopers zichtbaar in de SD400. In de categorie Overige zakelijke dienstverlening (o.a. facilitair) scoren meerdere grote spelers hoog op de drie ESG-dimensies. Albron voert de ranglijst aan en behaalt sterke scores op sociaal beleid en governance. D&B The Facility Group en EW Facility Services laten juist een bovengemiddelde ecologische prestatie zien. Verder zijn onder meer CSU, ISS Facility Services, Gom (Facilicom), Asito en Vebego vertegenwoordigd.
Bekijk hier de volledige lijst.
De resultaten laten zien dat duurzaamheid in de facilitaire en schoonmaakbranche steeds meer integraal onderdeel is van de bedrijfsvoering. Thema’s als goed werkgeverschap, ketenverantwoordelijkheid en het verminderen van milieu-impact spelen een steeds grotere rol in de positionering van deze organisaties. Daarmee onderstreept de sector dat duurzaam ondernemen niet alleen een maatschappelijke opgave is, maar ook bijdraagt aan continuïteit, efficiëntie en aantrekkelijkheid als werkgever.
Transitie zet door
Ondanks geopolitieke tegenwind en terughoudende communicatie verwacht Henk geen afstel van duurzaamheidsdoelen. De voordelen van ESG – van kostenbesparing tot innovatie en betere werkbeleving – blijven voor bedrijven overtuigend. “De transitie naar de nieuwe economie is al ingezet”, stelt hij. “Wie vasthoudt aan oude modellen, zet zichzelf op achterstand.”
Bron: MT/Sprout
