Tamara van Ark: “De zorg voor medewerkers zit in de genen van de schoonmaaksector”
Ze is nog geen jaar voorzitter van Schoonmakend Nederland, toch kwam Tamara van Ark als voormalig staatssecretaris van Sociale Zaken al via de politiek in aanraking met de branche. In dit interview, in onze serie over vrouwelijk leiderschap, spreekt ze over hoe hartverwarmend de sector is, maar ook welke uitdagingen er zijn en wat ze daar als bestuurder van de branchevereniging aan wil doen.
Nadat Tamara van Ark door haar politieke loopbaan en de Participatiewet in contact kwam met de schoonmaakbranche, raakte ze meteen enthousiast. Toen ze enkele jaren later werd gevraagd om voorzitter van Schoonmakend Nederland te worden zei ze dan ook direct ‘ja’. “Wat mij als staatssecretaris, maar ook nu als bestuurslid van Schoonmakend Nederland is opgevallen, is dat deze sector echt hart voor de mens heeft. Vooral werkgevers steken hun nek uit. Dat vind ik heel mooi om te zien.”
Ontroerende acties
Van een schoonmaakbedrijf dat een kerstdiner organiseert voor alleenstaande medewerkers tot een organisatie die een wensbox voor medewerkers neerzet en daar daadwerkelijk maandelijks een wens van uitvoert. En van collega’s die samen een kamer van een kind van een collega opknapten omdat die persoon daar zelf geen geld voor had tot een werkgever die een medewerker die zich steeds ziekmeldde te hulp schoot. “Deze medewerker bleek mantelzorg te verlenen en durfde dit eerst niet te zeggen. Na een roosteraanpassing door de werkgever kwam daar ruimte voor, prachtig dat dit kon. Ik ben wat dat betreft zoveel hartverwarmende en ontroerende acties tegengekomen. Het lijkt misschien vanzelfsprekend, maar zo gaat het er in heel veel branches niet aan toe en juist in de schoonmaakwereld lijkt deze zorg voor elkaar wat meer in de genen te zitten.”
“Naar mijn mening is de branche veel te bescheiden, en die bescheidenheid mag er wel eens vanaf”
Schoonmaak raakt ons allemaal, maar wordt vaak pas zichtbaar als het werk blijft liggen. “Als je niet in deze sector zit dan besef je meestal niet dat alles dat je aanraakt: van het kantoor waar je werkt, het ziekenhuis waar je wordt behandeld tot de trein waar je in zit, door iemand is schoongemaakt. Het is een ongelofelijk cruciale branche en als die wegvalt dan komt onze gezondheid en welvaart in het gedrang.” Door onder meer personeelstekorten staat de schoonmaak momenteel bovendien onder zware druk. “De sector wordt eigenlijk nog veel te veel voor lief genomen. Terwijl we door de tekorten rekening moeten houden dat er op termijn steeds minder kan worden schoongemaakt. Nu al schrijven schoonmaakbedrijven zich niet in op aanbestedingen of brengen ze geen offertes meer uit omdat ze simpelweg geen mensen hebben voor het werk. Ook is de branche veel te bescheiden, die bescheidenheid mag er wel eens wat meer af.”
Wel ziet Tamara een verschuiving, want door de coronatijd is de sector zichtbaarder geworden. “Het heeft tot goede gesprekken geleid tussen bedrijven en hun opdrachtgevers. Waar schoonmakers bijvoorbeeld eerst altijd aan de randen van de dag schoonmaken, maken ze steeds vaker overdag schoon. Zichtbaar voor iedereen. De branche wordt in die zin een stuk serieuzer genomen, maar we zijn er nog niet.”
Vervelend bejegend
Zelf bezoekt ze regelmatig bedrijven en loopt ze met schoonmakers mee op de vloer om te kijken hoe dit in de praktijk eraan toegaat. “Ik ben laatst in een ziekenhuis mee geweest, uiteraard helemaal in schoonmaaktenue. Dit is heel leerzaam en leuk om te doen. Toch ontdek je op dit soort momenten ook hoe schoonmakers soms bejegend worden. Zo maakte ik, zo goed als ik kon, een kamer schoon waar een mevrouw lag die naar klassieke muziek aan het luisteren was. Ik begroette haar en zei ‘wat mooi, ik hou ook van klassieke muziek’. En deze dame zei ‘goh, meent u dat nou?’, alsof ze me niet geloofde en alsof schoonmakers dus niet van klassieke muziek kunnen houden. Ik vond dit echt pijnlijk en kan me voorstellen dat als je dit vaker meemaakt dit iets met je eigenwaarde doet. Want dit soort onvriendelijke en subtiele, onderhuidse opmerkingen zijn natuurlijk verre van leuk.”
Vanuit Schoonmakend Nederland wil Tamara zich hier, maar ook op het gebied van goed werkgeverschap, ondernemerschap en duurzaamheid, hard voor maken. “Ik vind het heel belangrijk om dit soort verhalen over deze belangrijke en mooie branche te vertellen. Enerzijds de goede verhalen, maar ook zeker verhalen in normerende zin. Er gebeuren helaas ook vreselijke dingen op het gebied van arbeid, mensen die worden uitgebuit, waarna de arbeidsinspectie moet optreden. Wij als vereniging stellen niet voor niets hoge eisen aan onze leden. Als een bedrijf het Keurmerk Schoon krijgt, dan zegt dat heel veel. Daar moeten we trots op zijn en beschermen.”
Bent u de minister?
Ook voor de positie van de vrouw springt Tamara graag in de bres, dat doet ze zowel bij Schoonmakend Nederland als bij haar andere nevenfuncties. “Ik vergeet nooit dat we op vakantie gingen en een meisje dat langsliep vroeg of mijn man minister voor zorg was. ‘Nee’ zei ik, waarop ze stellig zei dat dit wél zo was omdat haar moeder had gezegd dat hier een minister woonde. Dat klopt, maar dat ben ik, dus het was tijd voor een boodschap! Ik zei: ‘Vergeet nooit dat wij vrouwen dat ook kunnen. Je kunt alles worden wat je wil.’ Ik vind het zo belangrijk om dit mee te geven aan vrouwen.”
Momenteel wordt binnen Schoonmakend Nederland diversiteit verder vormgegeven en ze merkt dat het onderwerp bij veel organisaties leeft. “Ik hoor en zie dat bedrijven er steeds meer mee bezig zijn. Bovendien blijkt uit onderzoeken dat als de samenstelling van de top van het bedrijf diverser is dit betere bedrijfsresultaten geeft, omdat er dan vanuit meerdere invalshoeken naar situaties wordt gekeken.”
“Positieve verhalen, maar ook die in normerende zin, zijn belangrijk om te vertellen”
Milde verbinder
Heeft Tamara nog tips voor andere (vrouwelijke) leiders? “Een goede leider moet goed kunnen verbinden en hiervoor is het belangrijk dat je goed kunt luisteren. We leven helaas in een tijd dat mensen hun mening, kijk naar sociale mediaplatforms, graag snel en meedogenloos ventileren. Mijn advies is om eerst te luisteren voordat je met een oordeel komt. Wees daarnaast mild voor elkaar en verlies je eigen authenticiteit niet uit het oog.”
Dat laatste is een lastige, beaamt ze. “Ik weet hoe het is, dat je bij een bedrijf gaat werken en dat je je in de loop der tijd toch aanpast aan de organisatie, terwijl jouw talent en eigenheid juist van groot belang kunnen zijn. Dit is trouwens zeker geen pleidooi voor de huidige ik-cultuur, waarin alles om jou en je mening gaat, wat ik probeer te zeggen gaat meer over wederkerigheid. Een lastige balans misschien; maar behoud zeker, voor jezelf het belang van de organisatie, dus je eigen authenticiteit.”