SIEV lunchwebinar op 12 juli over nieuw keurmerk: “Volop vragen”
In het circus van keurmerken ligt de focus van andere keurmerken vaak vooral op de theorie van de uitvoering. SIEV stelt dat (potentiële) leden grote behoefte hebben aan een praktisch keurmerk, want daarin laten ze heel zichtbaar zien waar het (de basis!) uiteindelijk om draait voor een opdrachtgever. Op 12 juli organiseerden Maurice Rutgrink (voorzitter van de SIEV Keurmerkcommissie), Frank Verberne (bestuurslid en in het bezit van het nieuwe SIEV-Keurmerk), en Edgar van Engelen (directeur van Qualis Insight) het lunchwebinar over het nieuwe SIEV-Keurmerk. “SIEV-leden stelden uiteenlopende vragen, want voor velen is nog te veel onbekend sinds we op 1 juni 2023 zijn overgestapt naar een eigentijds en praktijkgericht SIEV-Keurmerk 2.0. Door ons vernieuwde keurmerk hebben we in goede harmonie de samenwerking met Keurmerk Nederland beëindigd”, blikt Maurice terug. Dit zijn de belangrijkste vragen die tijdens het lunchwebinar aan bod kwamen.
1. Van een 2-jarig naar een 3-jarig keurmerk, waarom?
SIEV heeft gekozen om meer waarde aan het SIEV Keurmerk te geven. Alleen de audit op de interne organisatie is niet onderscheidend. Door praktijkaudits toe te voegen, geeft het keurmerk ‘meer waarde en duidelijkheid waar het om draait’ voor je bedrijf en voor je opdrachtgevers. Praktijkaudits worden jaarlijks gehouden, waardoor het SIEV-Keurmerk 2.0 nóg meer gaat leven.
2. Waarom zijn de kosten gestegen en niet meer gebaseerd op het aantal medewerkers?
Als SIEV-lid betaal je lidmaatschap op basis van je omzet. Het grote verschil is dat we dit ook hebben gelijkgetrokken met het SIEV-Keurmerk 2.0, waardoor het eerlijker is verdeeld. Stel, je hebt slechts 5 medewerkers in dienst en een hoge omzet, dan betaalde je eerst een laag tarief. Het huidige tarief voor het SIEV-Keurmerk 2.0 is nu een tarief die bij je omzet past. Heb je 25 medewerkers in dienst en een lage omzet, dan betaalde je eerst een te hoog bedrag en nu een laag tarief die bij je omzet past.
3. Wat houdt de praktijkaudit in?
De praktijkaudit van het SIEV-Keurmerk 2.0 is een kwaliteitscontrole bij enkele opdrachtgevers waar je schoonmaakt en ook nog eens op het werkelijke moment dat jullie daar schoonmaken. Tevens worden ook vragen gesteld aan jullie medewerker(s) op de locatie en wordt er gekeken naar de conditie van de materialen, hoeveelheid van je middelen en naar de werkwijze van je medewerker(s). Kortom, het SIEV-Keurmerk 2.0 is een echt praktijkkeurmerk voor schoonmaak- en specialistische reinigingsbedrijven.
4. Wie komen er auditeren?
Edgar van Engelen komt de eerste audit verzorgen, de organisatie-audit. De praktijkaudit voeren auditeurs van Qualis uit; zij hebben ruime ervaring in de schoonmaakbranche. Er worden andere auditeurs ingewerkt om ook de eerste audit, de organisatie-audit, te verrichten.
5. Wat is het verschil tussen Qualis en Keurmerk Nederland?
Keurmerk Nederland beschikt alleen over kennis op het gebied van organisatie-audits; Qualis heeft naast deze kennis ook heel veel ervaring in de praktijkaudit; er zit geen commerciële gedachte achter. Daarmee onderscheidt het nieuwe SIEV-Keurmerk zich duidelijk van andere keurmerken.
6. Moeten wij onze agenda aanpassen aan Qualis of passen zij hun agenda aan ons aan?
Qualis past zijn agenda aan in overleg met de schoonmaakbedrijven. Dus als jullie overdag schoonmaken bij opdrachtgevers, komt Qualis overdag de praktijkaudit lopen. Maken jullie alleen ’s avonds schoon bij opdrachtgevers, dan komt Qualis de praktijkaudit ’s avonds uitvoeren, en misschien wel verdeeld over meer avonden. Als jouw schoonmaakonderhoud een combinatie van overdag, ’s ochtends of ’s avonds is, dan wordt samen met jullie gekeken naar opdrachtgevers waar de audits gelopen kunnen worden. Let op: het is niet zo dat Qualis weken van te voren aangeeft naar welke klanten er wordt gegaan 😉. Dat vergt voor jouw schoonmaakbedrijf dus geen wekenlange voorbereidingen.
Maurice sluit af: “Onze mkb-branchevereniging wilde en wil bedrijven in de schoonmaakbranche de mogelijkheid geven om zich positief en transparant te onderscheiden van minder presterende branchegenoten. Een onafhankelijke en deskundige inspecteur toetst het schoonmaakbedrijf op belangrijke zaken in de wet- en regelgeving, zoals de AVG, RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie), schoonmaakcao, afdrachten aan de Belastingdienst en RAS (Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche) en het opleidingsbeleid. En belangrijker nog: de kwaliteit op de werkvloer aan de hand van het werkprogramma, met de insteek om te verbeteren met een praktisch motiverend advies en niet de aloude afstraffing.”
Bron: SIEV