Blog Maurice Rutgrink: Faillissementen in de schoonmaak, hoe nu verder?
De schoonmaakbranche telde in januari 2025 twee faillissementen. In beide gevallen gaat het om een eenmanszaak. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat is een lichte daling ten opzichte van een maand eerder: toen gingen vier schoonmaakbedrijven, waarvan één eenmanszaak, failliet. In januari 2024 werden er nog acht schoonmaakbedrijven, waarvan drie eenmanszaken, failliet verklaard. Het CBS meldt dat er landelijk gezien evenveel bedrijven failliet zijn gegaan in januari 2025 als in december 2024. Net als in december 2024 lag het aantal faillissementen in januari 2025 lager dan een jaar eerder.
Nog nooit gooiden zoveel ondernemers het bijltje erbij neer als vorig jaar: in 2024 werden 153.000 bedrijven opgeheven, 27% meer dan een jaar eerder, meldt het CBS. Het is het hoogste aantal sinds het begin van de huidige meetmethode in 2007. In relatieve zin is 2022 koploper in aantal gestopte bedrijven, omdat er toen in totaal nog wat minder bedrijven geregistreerd stonden.
Meestal eenpitters
In totaal is 6% van alle bedrijven gestopt in 2024. Dat is meer dan in 2023, toen de opheffingsgraad op 4,9% lag. Het gehalte lag hoger in 2022, 2020 en in 2016. Veruit de meeste bedrijven die worden opgeheven (90%), hebben maar één werkzaam persoon. In vervoer en opslag (7,7%) en in de handel (7,6%) werd het grootste aandeel bedrijven opgeheven. Alleen in de verhuur en de handel in onroerend goed nam de opheffingsgraad af. In de bouw werd het aantal opheffingen bijna verdubbeld: van 4,4% naar 6,3%.
Faillissementen
Vorig jaar gingen 1.984 bedrijven (volledig) failliet en dat is 28% meer dan de 1.545 in 2023. Het aandeel van faillissementen in het totaal aantal opheffingen bleef echter gelijk op 1,3%. Daarnaast gingen nog 1.300 bedrijven gedeeltelijk failliet, wat niet in een opheffing resulteerde. Het aandeel faillissementen ligt met 0,13% op hetzelfde niveau als in 2020. De horeca kampt met de hoogste faillissementsgraad: 0,38%. In de industrie (0,34%) en vervoer en opslag (0,33%) ligt die graad ook boven de 0,3%.
Rekensom
Gezien de trend en wat conclusies die je links en rechts zo op internet kan vinden, ziet de toekomst er apart uit. Veel bedrijven lijden nu verlies of vallen om vanwege de corona schulden. Anderen floreren daarbij. Maar kijk naar het grote plaatje, veel eenpitters vallen om. Dan komt nu de wet DBA ook nog eens om de hoek kijken. Houd dan ook nog eens rekening met krimp in het arbeidskapitaal. Dan wordt mijns inziens de toekomst donker.
Toekomst
Ik heb eerder al voorspeld dat de markt later verdeeld gaat worden in de hele grote en de hele kleine bedrijven. Dus één segment krijgt het meest voor de kiezen. Dat zijn de bedrijven met een omzet tussen de 1 en 5 miljoen euro. Zit je daaronder, dan kan je met jouw bedrijf het lokaal, zelfs regionaal wel rond krijgen. Boven de 5 miljoen ben je interessant genoeg voor overname of autonome groei, zowel regionaal als landelijk. Tussen 1 en 5 miljoen gekoppeld aan de niet zo ruime marge waar de schoonmaakbranche om bekend staat, moeten bedrijven de bakens gaan verzetten.
Hoe dan?
Veel bedrijven verleggen accent naar een breder facilitair gebied. Catering, beveiliging en groenonderhoud zijn terreinen waar je nu activiteiten ziet. Waar klus- en klein onderhoud al in de huismeester en conciërge diensten meegenomen worden, gaat dit mogelijk nog breder ingezet worden.
Maar te veel uitbreiden trekt nieuwe problemen met zich aan. De vraag is al moeilijk met de wijze hoe je de financiering rond gaat krijgen als voor investering. En als je 80% schoonmaak doet en 20% hovenier, onder welke cao laat je dan mensen werken. Je mag niet voor 20% even iets anders verzinnen. Dus ga je mogelijk de stap naar een bv zetten. Holding met werk bv’s eronder. Wat je een tijd terug al in de bouw zag. Wat daar weer het risico is, is dat werk bv’s nominaal gaan draaien en bij het minste geringste omvallen. Geen probleem, de holding start een nieuwe bv een men gaat vrolijk verder. Is dat wat men wil? Premies die niet betaald worden aan de Belastingdienst of andere instanties, gaan andere ondernemers en particulieren weer voelen in belastingdruk.
Tel daarbij op dat vele eenpitters niets regelen voor langdurig ziek, arbeidsongeschiktheid en pensioen. Dan, kun je op je vingers uittellen dat pakweg over een jaar of twintig de overheid geconfronteerd wordt met een substantiële verhoging in aanvragen in toeslagen en uitkeringen.
Wat te doen?
Ik heb op basis van ervaringen en verstand dit verhaal geschreven zoals ik vermoed wat de toekomst gaat brengen. Het is een sterk staaltje koffiedik kijken, dat geef ik vlot toe. Maar dat er wat moet gaan veranderen wil de schoonmaakbranche sterk blijven, dat lijkt mij evident.
Verplichte AOV en of ziektekostenverzekering, ik voel er wel wat voor. Maar hoe dwing je dat af? En hoe controleer je dat en wie gaat dat doen? Pensioenafdracht aan de RAS, kan maar ik denk niet dat de RAS hierop zit te wachten. Landelijk dit regelen lijkt mij het beste, maar eer we zover zijn, kan het wel tien jaar verder zijn.
Ik heb geen idee hoe we dit aan moeten vliegen. Maar dat er iets moet gebeuren, is niet alleen mijn probleem……
Wil jij reageren op deze blog en jouw visie delen op Schoonmaakjournaal? Stuur jouw bericht naar [email protected].