Hygiëne en gedrag, gespreksonderwerp Hygiëneforum
Als bedrijf kun je een schoonmaakbedrijf inhuren om de werkplekken schoon te maken, maar ook de eigen medewerkers moeten een bijdrage leveren om deze bacterievrij te houden. Hoe zorg je ervoor dat zij het gewenste gedrag vertonen? Tijdens het Hygiëneforum op 17 mei aanstaande gaat Bert Pol, oprichter en voormalig partner bij Tabula Rasa, tijdens het plenaire gedeelte van de middag in op hygiëne en gedrag.
Bert Pol: “Het ligt voor de hand dat door de toename van het flexwerken de hygiëne op de werkplek erop achteruit is gegaan. Bacteriën in toetsenborden, op het bureaublad en op de pc’s zelf, hopen op als flexwerkers zelf niet meehelpen deze schoon te houden. Je kunt het kwaliteitsniveau van het schoonmaakcontract verhogen, maar dat heeft geen zin als de eigen medewerkers niet het juiste gedrag vertonen. Dan blijven bacteriën zich verspreiden en maken zij zichzelf en de collega’s ziek. En als je niet oppast, trekt het vuil, bijvoorbeeld bij pantry’s, muizen aan die ziektes met zich meebrengen.”
Gedragsverandering is complex
Wat kun je als werkgever doen om jouw medewerkers een bijdrage in hygiëne te laten leveren? “Gedrag blijkt veel complexer dan vaak wordt gedacht, er spelen zoveel factoren mee”, legt Bert uit.
“Zowel uit wetenschappelijk onderzoek als praktijkinterventies weten we dat hygiënegedrag ook zonder dwang is te beïnvloeden. Soms is een kleine interventie al voldoende, zoals een simpele sticker. Maar of dit voldoende is of dat er een combinatie van interventies nodig is, hangt van diverse factoren af. Die liggen op het persoonlijk niveau, dat van de fysieke en sociale omgeving waarin mensen zich bevinden en dat van de bekendheid met het gewenste gedrag. Een op het oog uiterst eenvoudige interventie kan zelfs een effect sorteren van tientallen procenten gedragsverandering. De basis blijft hierbij altijd inzicht in de drijfveren van het bestaande gedrag.”
Bewustwording en faciliteren
Volgens Bert begint gewenst gedrag ermee dat mensen moeten weten wat je wel of niet moet doen en waarom: “Als je simpelweg niet weet dat je voor rood licht moet stoppen, doe je het ook niet.” Hij gaat dieper op het gedrag op de werkplek in: “Als medewerkers zich bewust zijn van het belang van goede hygiëne, zullen zij niet eten boven hun toetsenbord en hun handen wassen voor en na het eten. Kennen zij dit belang niet, dan kan je als werkgever meerdere boodschappen zenden zonder dat deze doordringen. Je moet het gewenste gedrag ook mogelijk en liefst makkelijk uit te voeren maken, zoals reinigingsdoekjes op de bureaus leggen, goed in het zicht, waardoor het voor flexwerkers gemakkelijk is om zelf schoon te maken. Dat is de tweede stap in verandering: het faciliteren. Ook het plaatsen van meerdere, duidelijke prullenbakken helpt bij het voorkomen van vervuiling.”
Begrijpelijk en toegankelijk communiceren
Een absolute basisvoorwaarde voor gedragsverandering is dat mensen de boodschap begrijpen. Bert benadrukt dat je een boodschap zo moet brengen dat deze goed begrijpelijk is voor de mensen die je wil aanspreken. “Begrip is afhankelijk van het type medewerker, van de opleiding die genoten is. Neem de schoonmaakbranche waar relatief veel medewerkers schijnen te werken die moeite hebben met lezen en schrijven – Nederland kent 2,5 miljoen laaggeletterden –, daar werken tekstuele boodschappen niet. Digitaal bereik is er ook niet altijd, drie miljoen mensen in Nederland zijn digitaal beperkt. Stem je manier van communiceren dus goed af op de omgeving en blijf de boodschap herhalen. Mensen vallen anders toch weer terug in oude gedragspatronen.”
Bert noemt kritieke factoren voor gedragsverandering: “Gebruik geen geintjes, die begrijpt niet iedereen. Wees duidelijk en geef praktische tips.”
Meer toelichting, praktijkvoorbeelden en tips
Tijdens het Hygiëneforum gaat Bert Pol dieper in op de problematiek van gedragsverandering. Met theoretische toelichting, praktijkvoorbeelden en ook tips. Bijvoorbeeld over het precies weten. “Vaak worden aannames gedaan over waarom mensen bepaald gedrag vertonen. Maar weet je eigenlijk echt hoe het zit? Zo werden bij een AZC de mensen die hun behoeften niet op de toiletten maar buiten in het bos deden, als ‘viespeuken’ bestempeld. Terwijl deze mensen persoonlijke hygiëne juist belangrijk vonden. Er waren te weinig toiletten op het aantal bewoners van het AZC die bovendien snel vervuilden. Om besmetting met bacteriën te voorkomen hurkte een aantal bewoners met schoenen op de wc-bril, anderen zochten de buitenlucht op. Dit leidde tot onbegrip en boosheid bij instanties en de omwonenden. Na onderzoek en gesprekken bleek de achterliggende reden anders te zijn dan werd aangenomen. Door begrip kon gezamenlijk aan voorlichting en faciliteren gewerkt worden.
Zoek dus de verdieping met elkaar op. Bespreek de kwestie in een werkbespreking, stel in kleine groepen vragen, check of de vragen goed begrepen worden en luister. Dat is belangrijk om vervolgens aan bewustwording en faciliteren te gaan werken.”
Het in gesprek gaan werkt volgens Bert ook bij veel mensen die nu vinden dat we te veel met hygiëne bezig zijn, waardoor de weerstand zou afnemen. “´We moeten toch wel tegen een stootje kunnen’ is de tendens. Het kan zijn dat de mensen met deze mening zelf goed tegen bacteriën of virussen bestand zijn, maar ze vergeten dat ze anderen kunnen besmetten.”
Interesse?
Wil je meer weten over hygiëne en gedrag? Kom dan op 17 mei aanstaande naar het Hygiëneforum in RAI Amsterdam. Meld je hier (gratis) aan: deelnemen.