Algemene Belgische Schoonmaakunie bekomt opnieuw vonnis stakingsrechter over sociale economie
Bij vonnis van 22 april 2020 oordeelt de voorzitter van de ondernemingsrechtbank van Waals-Brabant, dat het aanwenden van illegale staatssteun om een private opdracht te verkrijgen eveneens een oneerlijke marktpraktijk is, ongeacht of de geboden prijs abnormaal is.
Met een dagvaarding van 27 juni 2019 heeft de Algemene Belgische Schoonmaakunie (ABSU) een stakingsvordering ingeleid bij de voorzitter van de ondernemingsrechtbank van Waals-Brabant tegen Village n°1. Deze onderneming is een Waalse ‘entreprise de travail adapté (ETA)’, die actief is in de sociale economie en die voornamelijk gehandicapte personen tewerkstelt.
De stakingsvordering had een dubbel voorwerp
Ten eerste vorderde de ABSU dat aan Village n° 1 een verbod zou worden opgelegd om nog offertes in te dienen voor private schoonmaakopdrachten tegen prijzen, die rekening houden met loonsubsidies die door de Waalse autoriteiten worden toegekend op basis van de artikelen 1001 e.v. van de Code réglementaire wallon de l’action sociale et de la santé, en dit zolang deze subsidies niet zijn aangemeld bij en goedgekeurd door de Europese Commissie.
Ten tweede vorderde de ABSU dat de staking zou worden bevolen van de verdere uitvoering van een onderhoudscontract gesloten tussen Village n°1 en een private onderneming.
De argumentatie van de ABSU bestond er in wezen in, dat het aanwenden van niet aangemelde, en bijgevolg, illegale Waalse loonsubsidies om private (schoonmaak)opdrachten te verkrijgen een oneerlijke marktpraktijk is.
In het vonnis van 22 april 2020 heeft de voorzitter van voormelde rechtbank de twee vorderingen van de ABSU gegrond verklaard, waarbij hij zich grotendeels steunde op het definitief karakter (gezag van gewijsde) van het arrest van het hof van beroep te Brussel van 28 februari 2019 tussen dezelfde partijen.
In het arrest van 28 februari 2019 had het hof van beroep immers reeds bevestigd dat de loonsubsidies die de Waalse autoriteiten aan ETA’s zoals Village n°1 toekennen, illegale staatsteun uitmaken. Het hof van beroep oordeelde in dat arrest vooreerst, dat Village n° 1 geen abnormale prijzen meer mocht aanbieden in het kader van overheidsopdrachten, maar ook dat Village n° 1 moest stoppen met deel te nemen aan overheidsopdrachten op basis van de Waalse loonsubsidies, zolang de steun niet zou zijn aangemeld en goedgekeurd door de Europese Commissie.
Oordeel rechtbank
De voorzitter van de ondernemingsrechtbank van Waals-Brabant oordeelde in de lijn van dat arrest, dat het aanwenden van illegale staatssteun om een private opdracht te verkrijgen eveneens een oneerlijke marktpraktijk is, ongeacht of de geboden prijs al dan niet abnormaal is.