Samen zorgen voor een schone school
Het hoofdthema van de middag was het Indicatief Meetsysteem Primair Onderwijs (IMPO). Dit systeem bestaat al sinds 2000 en werd ontwikkeld in opdracht van het ministerie voor Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Dat zocht een hulpmiddel voor schooldirecteuren om objectiever in gesprek te gaan met de schoonmaakpartner. Het IMPO-model is dus bedoeld als hulpmiddel voor schooldirecteuren en schoonmaakbedrijven, en niet voor inspecteurs en controleurs. “En toch zitten we hier”, aldus Marjolein de Detter van Atir België. “Omdat we opnieuw aandacht willen geven aan het IMPO-model en het verschil met het VSR-DKS.”
Marjolein: “Het IMPO is een vertaling van de contractafspraken. Het is weliswaar afgeleid van VSR-systematiek, maar geeft slechts een indicatie van de schoonmaakkwaliteit. De resultaten geven input voor gesprek en verbeterafspraken. Voor een echt objectief oordeel over de schoonmaakkwaliteit, zou je daarnaast een VSR-DKS moeten uitvoeren.”
Het IMPO-model bestaat uit 10 stappen:
- Schoonmaakprogramma lezen
- Grootte van de school bepalen (in aantal leerlingen)
- Aantal te controleren tel-elementen
- Tel-elementen
- sanitaire ruimten: de toiletpot, het urinoir en de wasbak
- verkeersruimten: de vloer (1 per ruimte)
- leslokalen: aantal leerlingen inclusief docent
- Ruimten voor de steekproef kiezen
- De controle en te controleren elementen
- Noteren van fouten
- Indicatiewaarde per categorie bepalen
- Indicatie behaalde resultaat
- Acties; in gesprek, elkaar complimenteren, naar hoger niveau werken of verwachtingen opnieuw afstemmen
Marjolein voegt eraan toe dat niet alleen het schoonmaakbedrijf taken heeft om de school schoon te houden: “Het IMPO-model gaat ook over taken van leerkrachten; zetten zij bijvoorbeeld elke dag de stoelen op tafel?”
Of het model ook toepasbaar is in middelbaar onderwijs, vraagt een van de VSR-leden in de zaal. Marjolein legt uit dat het daar niet voor is bedoeld: “Het primair onderwijs onderscheidt zich van het middelbare onderwijs omdat een schooldirecteur zich eigenaar voelt van de school. Die is persoonlijk betrokken, dat zie je in middelbaar onderwijs niet.”
Praktijkvragen
Na de presentatie van Marjolein ging de groep uiteen in drie afzonderlijke groepen. De groepen bespraken onder leiding van VSR-DKS-experts Els Nys, Lydia Huizinga en Ineke Meijerink 15 vragen uit de praktijk, ingediend door inspecteurs en controleurs. Zoals Kun je een VSR-KMS-controle met 2 personen lopen? (bijvoorbeeld als je iemand inwerkt)? Antwoord: Ja, maar er kan maar 1 persoon de daadwerkelijke controle uitvoeren. Ziet de 2e persoon een vervuiling, dan kun je die situatie ná de controle met elkaar bespreken, maar telt deze niet mee.
Andere vraag: Kan bij een VSR-KMS-controle gebruik worden gemaakt van de blauwe lamp of van een spiegeltje? Antwoord: De controle vindt plaats in dezelfde omstandigheden als die de schoonmaakmedewerker ervaart. Die heeft niet de beschikking over hulpmiddelen als een blauwe lamp (“bovendien”, zo vult VSR-bestuurslid Freek Veneman aan, “niet alles wat oplicht is verwijderbaar.’). Een spiegeltje kan worden gebruikt voor de controle van een kalkrand van het toilet bij periodiek werk. Verder niet. Dat staat in de RAS-eindtermen.”
En zo bespraken de experts nog 13 vragen over de inhoud van het vak.
Bitterballen
Zet VSR-controleurs en inspecteurs bij elkaar en zij kunnen uren, zo niet: dagen, verhalen uitwisselen over vingertasten, randen en richels, en verkeersruimten. Daarin herkent men de echte vakspecialist. De meesten praatten na het officiële programma dan ook nog even door; in ‘Noord-Brabant’, het bruine café in het BOVAGhuis. Zoals over hospitality in restaurants. En over bitterballen. Daarna door wind en regen snel naar de auto en huiswaarts.
Bron: VSR