Column: De Participatiewet, een wet met bijwerkingen
Nederland heeft er een nieuwe wet bij: de Participatiewet. Doelstelling? Meer mensen aan het werk krijgen en het aantal uitkeringen verminderen. Het is een wet met een uitstekende insteek: de grote groep mensen met een arbeidsbeperking aan een baan helpen. Daarom ben ik blij met die wet. Want als je ergens loyale, enthousiaste medewerkers vandaan kunt halen, is het wel uit deze groep.
Die ervaringen hebben we bij CSU. De aard van de werkzaamheden en onze maatschappelijke betrokkenheid maken dat we al ruimschoots ervaring hebben met diverse uitkeringsgerechtigden. Uit onze cijfers voor de SROI-verplichting blijkt een instroom van gemiddeld 11%, waar bij overheidsaanbestedingen 5% de norm is! In de schoonmaakbranche is het mogelijk om deze mensen mee te laten draaien. Bij grotere objecten met vaste leiding en toezicht zijn quotumregelingdoelgroepen SW en Wajong bijvoorbeeld prima geschikt.
Maar hoe zit het met een bedrijf met activiteiten in technische dienstverlening? Een groot kantoor in de zakelijke dienstverlening? Ik heb mijn twijfels. En toch is dat de opzet: bedrijven móeten nieuwe arbeidskrachten werven uit deze groep. Lukt dat de komende jaren onvoldoende, dan hangt de quotumregeling werkgevers als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Met sancties die bepaald niet kinderachtig zijn: 5000 euro per niet aangenomen medewerker.
Een negatieve bijwerking van de wet kan daarom weleens zijn, dat bedrijven diensten weer gaan inbesteden. Veel diensten zijn uitbesteed omdat andere – meer gespecialiseerde – bedrijven dat beter kunnen. Ook in de catering, beveiliging en schoonmaak. Werkzaamheden die niet tot de core business van de meeste organisaties behoren, maar waar je wél ‘makkelijk’ die ene medewerker met arbeidsbeperking kunt neerzetten. Dat kan onmogelijk de bedoeling zijn geweest van de wetgevers. Want mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen, vraagt heel wat van een bedrijf.
Je moet ze niet alleen een baan aanbieden die bij hun past, maar ook een geschikte werkomgeving. Je zult meer tijd in begeleiding moeten steken. Soms wat meer geduld hebben. Nogmaals, die investeringen betalen zich dubbel en dwars uit bij deze doelgroep. Maar niet ieder bedrijf kan dit. De oplossing is heel simpel: blijf gespecialiseerde bedrijven inhuren voor de schoonmaak (en andere facilitaire diensten), maar koop die in bij sociaal ondernemende dienstverleners. En laat die arbeidsplaatsen voor de opdrachtgever meetellen voor de eisen die de Participatiewet stelt.
Den Haag leg je oor eens te luister bij bedrijven in de schoonmaakbranche. Realiseert staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wel wat schoonmaakbedrijven nu al doen voor deze doelgroep? Zo zet CSU al sinds langere tijd samen met de opdrachtgevers speciale trajecten op voor deze kwetsbare groep. Onze ervaring is dat met een gedegen inwerk- en begeleidingstraject deze medewerkers de juiste vaardigheden ontwikkelen om er echt bij te horen en soms zelfs verder doorstromen naar reguliere banen. Hier is echt geen participatiewet of quotumregeling voor nodig. Dit is de Normaalste Zaak!
Marco Gramser,
directeur P&O bij CSU