Kettingcolumn: Alpheios 60 jaar vooruit
Bij mij staat de teller pas op twee-en-een-half jaar Alpheios, en nog lang niet op 60 jaar. Sinds 1 januari van dit jaar ben ik eindverantwoordelijk voor Alpheios International. Ik ben diep onder de indruk van onze historie, maar logischerwijs ligt mijn interesse meer in het nu en in onze toekomst. Ook kijk ik met veel interesse naar onze branche en hoe die zich ontwikkelt.
Ik ben geraakt door de kracht van mensen in onze branche. Dat klinkt als een dooddoener: “mensen maken het verschil”. Zeker in deze tijd waarin iedereen digitalisering verwacht, efficiëntie, sensoren en bestelapps. Ja natuurlijk, die zijn belangrijk en we staan pas aan het begin van de grootschalige implementatie ervan in onze branche. Ook bij Alpheios. Maar als digitalisering puur op efficiëntie en een lagere kostprijs gericht is, leidt het tot een verschraling en armoede in je organisatie die verder gaat dan enkel euro’s. Je wordt uitwisselbaar in de markt. Als digitalisering echter leidt tot meer ruimte voor mensen om het verschil te maken, ben ik helemaal vóór.
Een schoonmaker in een ziekenhuis die een knipoog geeft en een knuffeltje teruglegt op bed. Een cateringmedewerker die je blij begroet als je terugkomt op kantoor nadat twee weken ziekte. De objectleider die na een leidinggevendentraining vastbesloten échte ontwikkelgesprekken voert met zijn mensen. We voelen allemaal dat dit is hoe het moet zijn, en we weten dat het maar al te vaak dat het niet zo is. Door werkdruk, kostprijs, procedures of gewoon geen tijd voor. Het is een van de redenen waarom we op Facebook dit jubileumjaar aandacht besteden aan #schoonmaaktoppers, die met veel jaren werkervaring nog steeds met veel plezier werken in onze branche: zij weten hoe het verschil te maken.
Het is ook bij Alpheios waar ik met mijn collega’s de komende jaren aan werk. Heb je vandaag het verschil gemaakt voor een ander? Als we de performance van klanten verbeteren, voeren we het gesprek over de échte zorgen van klanten of enkel over de volgende order? Als we een nieuwe machine introduceren, durven we die ook af te raden als het een klant niet verder helpt? Als iemand de moeite neemt om ons te bellen in plaats van te mailen, zijn we er dan écht voor haar in het gesprek? Als we binnenkomen voor een MRSA- of NORO-uitbraak, bestrijden we dan enkel of durven we ook het gesprek aan over preventie? Pas dan voeg je waarde toe voor je klanten en is er sprake van partnerschap. Ik ben er heilig van overtuigd dat daar onze toegevoegde waarde ligt voor de komende 60 jaar!
Corné van Aarle,
algemeen directeur van Alpheios International
Hoe logisch is het dat Corné zijn pen doorgeeft aan een van de oudste relaties van Alpheios: Rooth Multiservices uit Sneek in de persoon van Rinus Rooth