10 juni 2013

Column: Social return: hype of …

Ik heb me de laatste tijd bezig mogen houden met Europese aanbestedingen; ik mocht inschrijvingen verzorgen voor schoonmaakbedrijven. Tijdens het beantwoorden van de open vragen kwam de vraag hoe de inschrijver vorm gaat geven aan social return. Wat is social return? Het wil niets anders zeggen dan het creëren van werk voor mensen met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. De overheid wil met de Participatiewet bereiken dat zoveel mogelijk mensen deelnemen aan de samenleving en de overheid meer mensen aan een reguliere baan helpen. De Participatiewet vloeit voort uit de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajongwet.

In de Europese aanbestedingen die door de overheid en semi-overheid worden uitgezet, in ieder geval de Europese aanbestedingen schoonmaakdiensten, wordt van de leverancier verwacht een actieve bijdrage te leveren aan social return. Maar gaat het hier om een blijvertje of een hype? Waarom deze vraag? Een paar jaar geleden zag ik dat het milieu een ‘hot’ item was in de Europese aanbestedingen. Nu zie ik dit bijna nergens meer terug. Een reële vraag is echter: is het haalbaar om aan de werkgevers te vragen om werk te reserveren voor potentiële medewerkers met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt? Tegen welke obstakels loopt u als werkgever aan?

Hoe motiveert u een langdurige, ongemotiveerde werkeloze om positief deel te nemen aan het arbeidsproces? Hoeveel tijd kost het de objectleider/rayonleider om deze medewerker te begeleiden? Welk effect heeft de demotivatie van de potentiële medewerker op de rest van het team? En op de prestatienorm? Is deze nog haalbaar of moet bij voorbaat een lagere prestatienorm worden gecalculeerd? Gaat het om een (licht)verstandelijk beperkte medewerker: hoe moet de begeleiding worden geregeld? Is daarvoor een speciale cursus voor objectleiders/rayonleiders nodig? Hoe te reageren als een medewerker met een (licht) verstandelijk beperking zich ongepast gedraagt?

Mogen deze mensen dan geen kans krijgen? Natuurlijk wel! Deze mensen moeten een kans krijgen. Bij langdurige werkelozen is het van groot belang, dat de werkgever terug kan vallen op en begeleiding krijgt van UWV, dan wel van een re-integratiebureau. Deze coaching moet vanuit de overheid worden gestimuleerd, zodat het social return-streven niet een kwestie is van over de schutting gooien en op het bordje van de werkgevers belandt. Ik deed zelf werkervaring op bij een SW-bedrijf en werkte met medewerkers met een verstandelijke beperking. Het werken met deze groep mensen is eerlijk gezegd heerlijk, maar de begeleiding kost veel energie. Krijgen werkgevers ook hierin begeleiding vanuit de overheid? Zo niet, dan zal de integratie op de arbeidsmarkt – uitzonderingen daar gelaten – voor deze groep mensen gedoemd zijn te mislukken. Heb je geen associatie met deze groep mensen, dan loop je tegen een muur van onbegrip aan. Van beide kanten. De medewerker wordt ongelukkig en de werkgever wordt niet blij, omdat de gestelde kwaliteit van het werk niet wordt geleverd.

Hoort social return in een Europese aanbesteding thuis? Of zetten werkgevers zich  ‘gewoon’ in om langdurige werkloze en beperkten aan het werk te krijgen? Mijn angst is dat er mooie verhalen in een Europese aanbesteding worden geschreven over social return, maar dat de werkelijkheid anders is. Het moet vanuit de mens zelf komen om in een organisatie aan social return te werken. En tot slot: waarom wordt het social return genoemd en niet sociale terugkeer?

Edgar van Engelen,
directeur Clear4Clean (www.clear4clean.nl)

Deel dit artikel

Ook interessant: