11 september 2015

Column: Enkeltje toiletpsychologie

44 vrouwenbillen die 3 toiletbrillen delen. Dat is de schrijnende situatie op kantoor bij directiesecretaresse Tina. Ze gruwt ervan, maar wat doe je eraan? Een oplossing is beschikbaar, maar haar werkgever wil er niet aan. Een verslag van een (terechte) toiletfobie en wat je eraan kunt doen.

Daar loopt Tina over de gang. Ze loopt een beetje raar. “Moet je soms naar de wc?”, klinkt een stem vanaf kantoor. Tina negeert de vraag. Weet dat als ze bevestigend antwoordt, standaard een tweede opmerking volgt: ‘Ga dan! Dat is toegestaan hoor, onder werktijd.’ Weet ze zelf ook wel, Tina is niet achterlijk. Punt is dat ze niet wíl. Noem het een toiletfobie. Ze houdt het langer op dan gezond voor je is. Maar veel keus heb je niet en uiteindelijk geeft ze eraan toe en gaat ze. Met frisse tegenzin.

Op werkdagen drinkt Tina (35, donkerblond haar, zwart mantelpakje) zo min mogelijk. Zoals bij wel meer vrouwen: elk glas thee is goed voor drie toiletbezoekjes. Alsof mijn lichaam het vocht verdriedubbelt, verzucht ze wanhopig, en ze haast zich toch maar naar het toilet. Na drie uur van aandrang staat haar blaas op knappen. Ze neemt de middelste van drie toiletten en draait de deur op slot met een stuk toiletpapier. Terwijl ze haar kokerrok omlaag trekt, kijkt ze huiverig naar de toiletbril. Hier heeft ze zó’n hekel aan. 22 vrouwen – 44 billen! – die drie toiletbrillen delen. Het idee alléén al. Ze kan toch onmogelijk de enige zijn die dat onfris vindt? Je blaast toch ook niet zomaar op iemand anders muziekinstrument? En ze ziet zichzelf zitten bij het plaatselijke harmonieorkest, met de klarinet van haar iets te dikke, altijd zwetende buurman tegen haar mond gedrukt, zijn spuugklodders nog vers op het mondstuk. Brrr.

Ze rolt een stuk toiletpapier af, vouwt het driemaal dubbel, en veegt de toiletbril voorzichtig schoon. Hoewel, schoon? Het is meer uitsmeren. Druppels ontsieren het matte zwart – een spetterende kraan of iets anders? Hier en daar een stukje stof, om nog te zwijgen van het onzichtbare vuil. Uiteindelijk gaat ze zitten, op een droge bril. Dat is in ieder geval iets. Erboven hangen lukt niet, ze heeft van nature vrij slappe benen. Balen.

Enkele minuten later loopt Tina weer over de gang. Verre van opgelucht, want ze maakt zich al zorgen over de volgende keer. Hopelijk is die niet vandaag. Toegeven zal ze het nooit doen, maar de stress van haar toiletbrilfobie belemmert haar in haar dagelijkse werk. Ze functioneert minder.

Zo kan het niet langer, besluit ze, en die avond zoekt ze op internet naar een oplossing. Een enkeltje psycholoog? Nergens voor nodig, smetvrees heeft ze niet, weet ze. Toiletbrillen zijn gewoon vies, dat lees je zo vaak. Op de helft van alle toiletbrillen zitten bacteriën van ‘fecale oorsprong’, las ze laatst nog. Poep dus! En 89% van alle toiletbezoekers vraagt zich geregeld af of de bril wel schoon is. Gek is ze dus niet, misschien iets te paniekerig.

Nee, de oplossing blijkt veel simpeler: een toiletbrilreiniger. Een dispenser voorzien van een desinfecterende foam waar je de bril schoon – écht schoon! – mee kan maken. Tina voelt een golf van opluchting bij het zien van die eenvoudige, discrete oplossing.

De volgende dag tipt ze facilitair manager Koos op de vinding. ‘Misschien wel fijn voor onze toiletten?’ Koos kijkt haar quasi geïnteresseerd aan en bedankt haar voor de tip. Urgentere kwesties eisen nu zijn aandacht op. ‘Sluit de deur achter je, wil je?’ Sprakeloos druipt Tina af. De pummel, als hij eens wist hoe belangrijk het voor haar is. Of eigenlijk: voor iedereen. Want een goede hygiëne, zoveel maakt haar internetspeurtocht wel duidelijk, is van groot belang om ziekteverzuim tegen te gaan. En is sowieso voor iedereen prettig.

Ze weet genoeg, deze slag is verloren. Maar de oorlog nog niet. Ze gaat het opnieuw aankaarten, denkt ze, ineens strijdbaar door het idee, maar dan bij de directeur. Eerst een plan bedenken om hem te overtuigen – zonder haar fobie te onthullen, zo zit ze niet in elkaar. En als ze hem zover heeft – dat móét lukken, voelt ze ineens – dan zijn haar toiletzorgen voorgoed voorbij. En kan ze rustig bijkomen, op het toilet, zittend op de perfect gereinigde bril.

Malou Jansen,
product marketeer manager Mats & Washroom bij Berendsen

Deel dit artikel

Ook interessant: