Column: De schoonmaakjunk
Laatst reed ik in mijn auto op de terugweg van een zakelijke afspraak, luisterend naar radio 1 waar een item was over junks. Toen kwam in mij de term schoonmaakjunk op. Of het een nieuwe term is, weet ik niet, het klinkt in ieder geval lekker. Maar wat is een schoonmaakjunk? En hoe herken je een schoonmaakjunk? De schoonmaakjunk wil met schoonmaak bezig zijn. Hij wil scoren. De schoonmaakjunk kan niet zonder zijn shotje schoonmaak.
Schoonmaakjunks zijn te verdelen in drie categorieën. (1) De schoonmaakjunk moet scoren, ongeacht de prijs. Binnenhalen dat contract. Het moet gewoonweg. Deze wens moet tevreden worden gesteld. Als de schoonmaakopdracht binnen is, dan gaat de schoonmaakjunk kijken of hij de schoonmaak puur kan gebruiken, of dat hij deze nog moet versnijden om er goed uit te komen. Dit is een schoonmaakjunk die genoeg kan besteden om aan zijn behoefte van schoonmaakomzet te komen. Deze schoonmaakjunk haalt zijn meeste schoonmaakcontracten bij dealers binnen in plaats van bij eigen leveranciers.
Categorie 2 vertoont veel overeenkomsten met de schoonmaakjunk in categorie 1. Ook scoren ongeacht prijs. Maar deze junk heeft weinig te besteden. En als hij heeft gescoord, kan hij erachter komen dat hij te veel eigenvermogen in de schoonmaak moet stoppen om de aangeboden dienstverlening te kunnen leveren. Deze schoonmaakjunk moet dus creatief worden om nog iets aan zijn contract over te houden. Directe leveranciers worden schaars voor hem; hij gaat voor de dealers.
De schoonmaakjunk uit categorie 3 is er één die selectief is. Wat voor schoonmaakcontract wil hij binnenhalen? Kan hij op dit contract lang teren? Kan hij de shot onversneden gebruiken? Deze schoonmaakjunk heeft vaak zijn eigen leveranciers voor schoonmaakcontracten. Af en toe probeert hij een contract te scoren via een dealer.
De eerste twee junks kunnen niet zonder zijn dealers (adviesbureaus). Deze junks sturen loopjongens op dealerbijeenkomsten (schouwingen) af. Die loopjongen geeft aan of het contract het gewenste resultaat geeft. Bij groen licht van de schoonmaakjunk gaat de loopjongen met zijn team een prijs bepalen en de kwaliteit, die zij daarvoor kunnen leveren voor het schoonmaakcontract. De dealer krijgt verschillende aanbiedingen binnen en bepaalt samen met zijn toeleverancier (de opdrachtgever) aan wie het schoonmaakcontract wordt gegund. Voordat er geleverd mag worden, wordt het schoonmaakcontract bewaard tot de officiële goedkeuring.
De dealers oogsten schoonmaakcontracten bij leveranciers (opdrachtgevers) en proberen deze aan de schoonmaakjunkies te verkopen tegen scherpe prijzen voor hoge kwaliteit. Zij bieden de schoonmaakcontracten aan op sites waar de schoonmaakjunkies zich inlezen om te kijken of dit een contract is waarmee hun wens kan worden bevredigd.
Is de schoonmaakjunk nog te redden? Is de must om te scoren te temperen? Is het mogelijk om de contracten onversneden in te zetten? Open deuren en daar is al veel over gesproken. Als schoonmaakjunk (ik krijg mijn shots door bezig te zijn met schoonmaak in welke vorm dan ook) denk ik dat in de loop van de jaren de schoonmaakjunkies hun verslaving kunnen beheersen. De behoefte zal er altijd zijn voor de junk. Het is wel belangrijk dat de score niet ten koste gaat van alles. Niet ten koste van de kwaliteit. Niet ten koste door te moeten versnijden. Niet ten koste van het eigenvermogen en zeker niet ten koste gaat van de opklimmende schoonmaakbranche, het imago.
We hebben allemaal baat bij schoonmaak. Sterker nog: de wereld staat stil zonder schoonmaak. De opdrachtgever wil een schone werk omgeving, het adviesbureau wil een zo goed mogelijk contract en advies afgeven, het schoonmaakbedrijf wil een gezonde dienstverlening, de schoonmakers willen werken in goede werkomstandigheden en ik wil me met schoonmaak bezig blijven houden.
Edgar van Engelen,
directeur Clear4Clean