3 september 2016

VSR-studie: nanotechnologie zelfreinigend?

Jaren geleden was het nog een noviteit, maar tegenwoordig is het gebruik van nanotechnologie rondom hygiëne en in de schoonmaakbranche al lang niet meer nieuw. Wel komen er nog altijd afgeleide producten met nanotechnologie bij. VSR liet een literatuurstudie uitvoeren en zet de feiten anno 2016 op een rij.

Oppervlakken die zijn behandeld met een nanocoating krijgen populaire benamingen als ‘easy-to-clean’ of ‘zelfreinigend’, omdat vervuiling door de coating er als vanzelf af zou glijden. In beide eigenschappen zit een kern van waarheid, maar de praktijk is genuanceerder.

Drie thema’s
Grofweg heeft de professionele schoonmaakbranche te maken met drie thema’s: (1) het gebruik van nanodeeltjes in coatings; (2) het gebruik van nano in doeken (en schoonmaakhandschoenen) en (3) het effect van nanotoepassingen op de gezondheid.

Nanodeeltjes in coatings: ‘easy-to-clean’
Wat is nanocoating? De meeste coatings bevatten nanodeeltjes van titaniumdioxide (TiO₂), siliciumdioxide (SiO₂) of zilver (Ag). We lichten de werking van titaniumdioxide hier even uit. Nanodeeltjes van titaniumdioxide werken als een katalysator voor de afbraak van organisch vuil dat op een oppervlak belandt. Onder invloed van ultraviolet licht van de zon, ontstaan actieve radicalen (zuurstof- of hydroxylradicalen) op het oppervlak, die het vuil kapot oxideren. Vervolgens is een regenbui of water nodig om de vuilresten weg te spoelen. De term zelfreinigend gaat dus niet helemaal op, omdat het effect van de coating afhankelijk is van zonlicht en regen.

Wist u dat… nanodeeltjes een grootte hebben tussen de 1 en 100 nanometer? Een nanometer is een miljardste meter, dat is net iets groter dan atomen of eenvoudige moleculen. Nanodeeltjes zijn er in allerlei soorten en maten, en verschillen ook nog eens in vorm en eigenschap. Zo kunnen nanodeeltjes voorkomen als plaatjes, buisjes en bolletjes. Omdat nanodeeltjes zo klein zijn, hebben ze eigenschappen die hetzelfde materiaal bij een grotere afmeting niet heeft.

Gebruik in ziekenhuizen (lichtknoppen, deurklinken)
In ziekenhuizen worden steeds meer nanocoatings toegepast met een antibacteriële werking, bijvoorbeeld op wanden, lichtknoppen en deurklinken. Doel: overdracht van bacteriën bestrijden. Producten die een antibacteriële werking claimen, vallen onder de biocidenwetgeving en moeten zijn goedgekeurd voor het specifieke gebruik. Op het etiket is te zien welke biocide het bevat.

De coatings bevatten vaak nanozilverdeeltjes en soms ook nanotitaniumoxide voor de oxiderende werking. Van zilverionen is bekend dat ze de celdeling van bacteriën remmen. Dit heeft uiteraard alleen effect op bacteriën die zich op het oppervlak bevinden en niet op micro-organismen in de lucht.

Bij een vuil oppervlak verliest de coating zijn antibacteriële werking. Nanozilver wordt vanwege de antimicrobiële eigenschappen ook toegepast in wondgaas, textiel of schoonmaakdoeken.

Coatingproducten voor keramiek en glas
Daarnaast zijn er coatingproducten met nanosiliciumoxidedeeltjes voor toepassing op glas en keramiek, in bijvoorbeeld badkamers en toiletten. Het vuil hecht door de laag van grillige nanosiliciumdeeltjes minder goed op het oppervlak. Het blijft als het ware op de puntjes van heel kleine oneffenheden in het oppervlak liggen, en is daardoor eenvoudiger te verwijderen.

Easier-to-clean
Hoewel de term ‘zelfreinigend’ dus wat kort door de bocht is, is door het aanbrengen van een nanocoating een oppervlak inderdaad eenvoudiger schoon te maken. Bij een juiste toepassing kan de onderhoudsfrequentie omlaag en zijn agressieve reinigingsmiddelen vaak niet meer nodig.

Nano in antibacteriële doek
Er zijn antibacteriële schoonmaakdoeken en -handschoenen op de markt, waarin nanozilver is gebruikt. Daarvan is bekend dat het een antibacteriële werking heeft. VSR heeft geen onderzoek gedaan naar de werking van nanozilver in doeken. Ook zijn hierover bij de literatuurstudie geen wetenschappelijke publicaties betrokken.

Effect nanodeeltjes op gezondheid
Nanodeeltjes verschillen in chemische samenstelling, vorm en grootte; maar ook in hoe ze in een product zijn verwerkt. Met de huidige modellen en technieken is volgens het RIVM (2014) niet te bepalen in hoeverre nanodeeltjes schadelijk zijn voor mens en milieu.

Om het werken met nanodeeltjes toch mogelijk te maken, heeft het RIVM voorlopige ‘nanoreferentiewaarden’ vastgesteld. Dit zijn grenswaarden voor nanodeeltjes in de lucht en deze zijn gebaseerd op voorzorg. Zolang men beneden deze grenswaarden blijft, is het naar verwachting veilig. Deze waarden zijn met mobiele meetapparatuur eenvoudig op de werkplek te meten. Zo is in ieder geval vast te stellen of de genomen beschermings- en voorzorgmaatregelen effectief zijn.

Veilig aanbrengen coating
Nanodeeltjes kunnen alleen een risico vormen bij blootstelling aan die deeltjes door inademen, inslikken of huidcontact. Is de coating al in de fabriek op een oppervlak aangebracht, dan zijn de risico’s beperkt. Maar krijgt een schoonmaakbedrijf de vraag een nanocoating aan te brengen, dan is het misschien nodig om voorzorgsmaatregelen te nemen.

Nanocoating aanbrengen
Er zijn twee manieren om nanocoating aan te brengen: sprayen en aanbrengen met roller of kwast.

Ad 1. Sprayen of vernevelen is een veelgebruikte techniek voor een mooie verdeling van het product op het oppervlak. Het veroorzaakt echter een hoge blootstelling. Nanodeeltjes kunnen tijdens het sprayen door inademen van de nevel diep in de longen terechtkomen. Wanneer onderbouwde grenswaarden ontbreken, kunt u volgens de SER beter voor een andere techniek dan sprayen kiezen. Wanneer dat niet mogelijk is, moet u maatregelen nemen die blootstelling minimaliseren, zoals een spuitcabine en persoonlijke beschermingsmiddelen.

Ad 2. Bij het aanbrengen van de vloeistof met roller, kwast of op de vloer met een dweil of wisser, is de kans op inademing van deze deeltjes minimaal. Het geeft alleen een minder mooie verdeling van het product op het oppervlak. Blootstelling kan in dit geval via onbedekte huid plaatsvinden.

Contact met nanodeeltjes tijdens schoonmaken
De kans op blootstelling tijdens het schoonmaken van vloeren of muren met een nanocoating, waarin de nanodeeltjes ingekapseld zitten, is verwaarloosbaar. Dat geldt niet voor coatings, waarbij dit niet het geval is. Het gebruik van gecoate deurklinken door ziekenhuispersoneel en patiënten leidt niet tot gezondheidsrisico’s; zelfs in het onderzochte ‘slechtste geval’ blijft de blootstelling aan nanozilver en nano-TiO2 ruim beneden de norm. Tegenwoordig worden echter niet alleen deurklinken antimicrobieel behandeld, maar ook muren, deurposten, ambulances, et cetera. De totale blootstelling van mensen aan nanodeeltjes kan hierdoor groter zijn.

Bij gebruik van antibacteriële doekjes met nanozilver kan blootstelling via de onbedekte huid plaatsvinden. In het algemeen biedt de huid goede bescherming. Maar gebruik van water en eventuele wondjes verminderen de huidweerstand, waardoor giftige zilverionen het lichaam makkelijker kunnen binnendringen. Handschoenen kunnen dit voorkomen, maar kunnen zelf ook een negatieve invloed op de huid hebben, zoals irritatie en allergische reacties.

Samenstelling
Wees u bewust van de samenstelling van producten. Dat begint al bij de vraag: wat zit er in dit product? En vervolgens: zijn deze stoffen gevaarlijk? Het is voor reinigingsmiddelen nog niet verplicht om op verpakking te vermelden of er nanodeeltjes inzitten. Er wordt wel onderzoek naar gedaan of dit mogelijk is. Voor de cosmetica-industrie en in de voedingssector is het wel verplicht om op het etiket aan te geven dat er een nanocomponent in zit.

Over het onderzoek
In het voorjaar van 2016 voerde wetenschapsjournalist Astrid van de Graaf in opdracht van VSR een literatuurstudie uit naar de stand van het gebruik van nanotechnologie in de professionele schoonmaakbranche. Van de Graaf kreeg tijdens het onderzoek medewerking van Pieter van Broekhuizen, manager Nanotechnology and Chemical Risks IVAM-UvA en auteur van Nano matters: building blocks for a precautionary approach, 2012; en van Eelco Kuijpers MSc TNO Zeist, onderzoeker en betrokken bij het Nanocentre.

Een verslag van het complete onderzoek en een overzicht van de gebruikte bronnen, kunt u opvragen bij VSR: tel: (013) 594 43 46 of e-mail: [email protected].

Deel dit artikel

Ook interessant: