Column: Iedereen telt mee
De Code Verantwoordelijk Marktgedrag bestaat deze zomer vijf jaar. Het is de vraag of dat reden is voor een feestje.
In 2015 is de code verbreed en hebben ook de beveiliging, de catering en de verhuizers zich aangesloten bij dit loffelijke initiatief. In deze drie sectoren is het initiatief dus nog redelijk vers, maar in de schoonmaak kunnen opdrachtgevers, leveranciers en andere partijen zich al sinds 2011 verbinden aan deze afspraken. Het eerste lustrum is denk ik een mooi moment om terug te blikken en te kijken of de code doet wat hij moet doen. Het streven was dat er minder nadruk op prijs zou komen te liggen, waardoor de schoonmaakmedewerkers ook minder werkdruk zouden ervaren. Inmiddels hebben ruim 900 bedrijven en organisaties de code ondertekend, en er zijn zeker mooie wapenfeiten te melden, maar de nadruk op prijs is niet verdwenen. Kostenbeheersing blijft bij alle contractonderhandelingen een belangrijk thema. Dat bleek ook uit de tweejaarlijkse peiling van FMN en Twijstra Gudde in de schoonmaakbranche die voor het laatst in 2014 plaatvond. Daar stond kostenmanagement prominent op de eerste plaats.
Nu is het natuurlijk niet zo dat er een rechtstreeks verband is tussen kostenbeheersing en werkdruk. Als de frequentie van het schoonmaken omlaag gaat, dalen de kosten zonder dat de werkdruk per se omhoog gaat. Resultaatgericht werken zorgt er bovendien voor dat schoonmaakbedrijven mensen gerichter en dus efficiënter kunnen inzetten. Die trend wordt nog eens versterkt door het gebruik van smart building-technologie: daardoor weten schoonmaakmedewerkers precies welke ruimtes zijn gebruikt en hoe intensief, en dus of er schoonmaak nodig is. Ook die trend is overigens gesignaleerd in de peiling van FMN en Twijstra Gudde uit 2014. De branche is toen namelijk eveneens gevraagd naar verwachtingen over 2017. Dat gaf een opmerkelijke kentering te zien. Dan eindigt kostenmanagement op de vijfde plaats, was de verwachting. Technologie en data, zo dachten de ondervraagden, zou in 2017 op de eerste plaats eindigen.
Met dat alles in het achterhoofd ben ik positief gestemd over vijf jaar Code Verantwoordelijk Marktgedrag. Op zich mogen we dus tevreden zijn. Maar of het eerste lustrum nu reden is voor een feestje, vraag ik me toch af. Want tegelijkertijd wordt met name de schoonmaak geconfronteerd met een nieuwe trend: inbesteding. En dan bedoel ik niet de inbesteding bij het Rijk, alhoewel het natuurlijk triest is dat de regering zo’n ontwikkeling inzet op basis van argumenten die gewoon niet kloppen: want er is natuurlijk geen sprake van baanonzekerheid als maar liefst 87 procent van alle schoonmaakmedewerkers een contract heeft voor onbepaalde tijd. Nee, ik doel op een inbesteding zoals bij de gemeente Drechtsteden. Daar is de werkdruk wel heel radicaal teruggebracht: de schoonmaakmedewerkers zijn gewoon rücksichtslos op straat gezet. Gemeenten moeten nu eenmaal het quotum halen dat ze hebben toegezegd in de Participatiewet. Ze slaan bovendien een dubbelslag als ze mensen uit sociale werkplaatsen aan een baan helpen, want dat scheelt aanzienlijk in de kosten. Maar het gevolg is dus wel dat schoonmaakmedewerkers plotseling zonder werk komen te zitten. En de markt is niet zo dat boventallige medewerkers zomaar kunnen worden herplaatst op andere objecten. Mensen met een vlekje worden op deze manier dus aan werk geholpen, maar mensen die vaak al vele jaren in de schoonmaak actief zijn, komen opeens in een uitkering terecht.
Dat kan toch niet de bedoeling zijn. En het is ook makkelijk op te lossen, namelijk door ervoor te zorgen dat ook de mensen met een vlekje die schoonmaakbedrijven in dienst nemen, meetellen voor het quotum dat gemeenten en bedrijven moeten halen. We zijn er als sector al zeker een jaar over in gesprek met staatssecretaris Kleinsma, maar veel beweging lijkt daar niet in te zitten. Ondertussen lijkt het een trend te worden bij gemeenten om de methode-Drechtsteden toe te passen. Daarom ook vanaf deze plek een dringende oproep aan de staatssecretaris: maak het snel mogelijk dat iedereen meetelt, óók de mensen met een vlekje die bij de schoonmaakbedrijven aan de slag gaan. Daarmee komt er weer meer ruimte voor het tonen van verantwoordelijk marktgedrag.
Geert van de Laar,
concerndirecteur Facilicom en bestuurslid Code Verantwoordelijk Marktgedrag