Blog: Werkvermogen
Medewerkers vitaal houden? Dan helpt onderzoek naar werkvermogen. Maar hoe doe je dat bij schoonmakers?
We moeten straks allemaal langer doorwerken. Een hele uitdaging want de beroepsbevolking vergrijst. Volgens cijfers van het CBS was de gemiddelde leeftijd binnen de beroepsbevolking in 2013 al 41,7 jaar. Een forse stijging, want in 1990 was die gemiddelde leeftijd nog maar 36,2 jaar. De stijging komt overigens ook door de toegenomen arbeidsparticipatie onder ouderen; beide ontwikkelingen voeden elkaar. Het zijn ontwikkelingen en cijfers die we bij Gom herkennen. Ook de samenstelling van ons medewerkersbestand vergrijst. Dat komt ook doordat 80% van onze medewerkers een contract heeft voor onbepaalde tijd. En ze doen het werk kennelijk graag, want we hebben opvallend veel lange dienstverbanden. Daarmee stijgt de gemiddelde leeftijd, en dat is wel iets om rekening mee te houden. Want schoonmaken is fysiek werk, en daarmee ook relatief zwaar werk.
Dat heeft ook de aandacht van opdrachtgevers. Bij een contractwisseling nemen we vaak alle medewerkers over. Die mensen zijn dus eigenlijk vaste krachten op zo’n locatie. Opdrachtgevers zien zo’n team ouder worden en de inzetbaarheid van medewerkers verminderen. Ze vinden het dan ook belangrijk dat een nieuwe leverancier let op duurzame inzetbaarheid van de medewerkers, helemaal nu die medewerkers mee moeten gaan in ontwikkelingen als het bieden van hospitality. Een belangrijke voorwaarde voor duurzame inzetbaarheid is dat je medewerkers ‘lekker in hun werk’ zitten, zoals wij ‘werkvermogen’ nu hebben vertaald.
Duurzame inzetbaarheid is al jaren een belangrijke thema bij Facilicom. En het blijft bepaald niet bij woorden alleen. Wat ooit begon met ziekteverzuimpreventie, is uitgegroeid tot een compleet programma van maatregelen en middelen om medewerkers fit, vrolijk en gemotiveerd te houden. We helpen mensen bij afvallen, stoppen met roken en meer bewegen. We organiseren workshops voor vrouwen in de overgang. Ons Mobiliteitscentrum helpt en stimuleert mensen om met enige regelmaat van baan te wisselen en zo vitaal te blijven. We hebben een ombudsman die mensen kan helpen bij problemen in de privésfeer. We werken met een bureau dat mensen helpt als ze een schuldenprobleem hebben. Ook bij psychologische problemen staat er hulp klaar. En de opsomming is nog lang niet compleet. Maar is dit wel wat mensen nodig hebben om vitaal te blijven? Dat wilden we ze zelf vragen. Zo’n onderzoek naar werkvermogen hebben we al vaker gedaan, maar dan bij mensen die hoger zijn geschoold. Maar hoe doe je dat bij een medewerkersbestand dat een hoge laaggeletterdheid kent?
Samen met de branche doet Gom er veel aan om de laaggeletterdheid bij medewerkers terug te dringen. Bovendien houden we er in alle communicatie al rekening mee, dat het taalniveau van onze mensen over het algemeen A2 is of nog minder. Toch was het nog een uitdaging om ons onderzoek naar werkvermogen helder en begrijpelijk te maken voor iedereen. Een paar voorbeelden. Vitaliteit is een woord dat deze mensen weinig zegt. Maar zelfs fit werd niet goed begrepen. De stelling ‘Over het algemeen voel ik me fit en sterk’ werd daarom ‘Voel jij je sterk?’. De stelling ‘Aan het einde van een werkdag voel ik me leeg’ was te abstract en werd: ‘Ben je moe na je werk?’ De stelling ‘Mijn leidinggevende inspireert, stimuleert en geeft persoonlijke aandacht’ was te complex, en werd: ‘Krijg je voldoende aandacht van je baas?’ Zo zijn alle dertig vragen kritisch tegen het licht gehouden. Ook de antwoorden hebben we vereenvoudigd. Het bekende rijtje ‘Helemaal mee eens’ tot ‘Helemaal mee oneens’ is vervangen door het veel duidelijkere: ‘Ja/Meestal/Soms/Nee.’ Dat lijkt simpel, maar het is niet iets wat je op een achternamiddag doet. Het vraagt ook om specifieke kennis, want niet elke vereenvoudiging wordt zomaar begrepen.
Die inspanningen worden beloond, want het werkt. We hebben bij Gom 6000 digitale vragenlijsten verstuurd en veel interviews gehouden. Van de enquêtes hebben we er bijna 1000 ingevuld teruggekregen. Een fantastisch resultaat. De enquêtes waren anoniem natuurlijk, maar toch zijn er mensen die aanvullende mails hebben gestuurd. Ik had de vragenlijsten welbewust vanaf mijn eigen mailadres verstuurd. Mensen konden dus gewoon reageren op die mail, en dat hebben ze ook gedaan. Leuk en leerzaam, want als directeur HR sta je toch een beetje op een afstand van de werkvloer.
Na de enquête volgt nu de analyse. Resultaten hebben we nog niet maar ik wilde dit alvast delen. Het is erg belangrijk dat onze medewerkers duurzaam inzetbaar blijven. En ik denk dat het goed is om de medewerkers zélf te vragen wat ze nodig hebben om fit, vrolijk en gemotiveerd hun werk te blijven doen. Ik ben daarom erg blij dat ons onderzoek zo’n hoge respons heeft opgeleverd. En ik ben heel nieuwsgierig naar de resultaten. Ook die zal ik delen. Aura Groen, P&O directeur bij Gom Schoonhouden