Column: De leugen regeert
Wielrenners die nu allemaal bekennen wat ze altijd hadden ontkend: ze hebben doping gebruikt. Ziekenhuizen die stelselmatig declaraties verhogen om zo meer geld te incasseren. Burgers die opeens met veel meer schade, verlies en diefstal bij verzekeringsmaatschappijen aankloppen. De leugen regeert, zo lijkt het wel. Het is natuurlijk ook niet nieuw. Zeker in de politiek lijkt liegen, of toch in ieder niet de gehele waarheid vertellen, een ingesleten gewoonte. Bill Clinton was bepaald niet echt eerlijk toen hij zei dat hij ‘did not have sex with that woman’. VVD-voorman Mark Rutte vertelde vorig najaar duidelijk sprookjes, toen hij de Nederlandse kiezer verzekerde dat hij niet aan de hypotheekrenteaftrek zou tornen en dat hij vond dat de PvdA een gevaar was voor ons land.
Ik vraag me wel eens af of we het recht hebben om daar verontwaardigd over te zijn. Iedereen vertelt wel eens leugens. Een leugentje om bestwil wordt over het algemeen wel geaccepteerd. Weinig mensen zullen er ook aanstoot aan nemen als de waarheid een beetje wordt opgepoetst of niet de hele waarheid wordt verteld. Het is ook gewoon dagelijkse praktijk: we weten allemaal dat reclames alles mooier voorstellen dan het in werkelijkheid is. Dat accepteren we niet alleen, we geloven er graag in. Dermatologen blijven roepen dat antirimpelcrèmes gewoonweg niet werken, toch zijn er weinig vrouwen die de vaak peperdure potjes kunnen laten staan. Een maand of twee geleden was het opeens groot nieuws dat de verbruikscijfers van auto’s ernstig geflatteerd zijn. En toch pochen we dat we nu een auto hebben die 1 op 24 rijdt, en lijken we het te willen blijven geloven. Dat terwijl het benzineverbruik in de praktijk uitkomt op 1 op 16, en dat ook nog alleen als je goed let op je rijstijl.
Moeten we de leugen in de ban doen? Elke leugen? Of mag een leugentje om bestwil wel? En een leugen waarmee je anderen niet benadeelt? Waar ligt dan de grens? Hoe gaan we die grens bewaken? Met duidelijke regels en harde sancties? Wie ziet daarop toe? Als ik als kind ongehoorzaam was en de waarheid naar mijn hand zette, dan riep mijn moeder: “Je liegt! Ik zie het aan je neus!” Ik verbaasde me altijd hoe dat zichtbaar kon zijn, want ze had altijd gelijk. Zo eenvoudig zit de grotemensenwereld helaas niet in elkaar. Moeten we dat erg vinden? Of zijn (onschuldige) leugens min of meer de smeerolie van de maatschappij?
Geer van de Laar, concerndirecteur facilitaire bedrijven Nederland
Lees zijn gehele bijdrage op www.blog.facilicom.com